Allegri, Gregorio
(Rome 1582 - Rome 1652)
Italiaans zanger en componist. Allegri was een leerling van de gebroeders Nanino. In 1629 werd hij lid van de pauselijke
kapel en componeerde in deze functie veel kerkmuziek. Wereldvermaardheid verkreeg hij door zijn Miserere (Psalm 50)
voor twee koren (een vier- en een vijfstemmig), waarschijnlijk geschreven in 1638. Jaarlijks werd deze compositie op
Goede Vrijdag in de Sixtijnse kapel uitgevoerd, voor het laatst in 1870. Het werk onderscheidt zich in niets van de
honderden en nog eens honderden andere soortgelijke composities die in die tijd ontstonden: de harmonie is uiterst
eenvoudig, alle coupletten zijn op nauwkeurig dezelfde wijze getoonzet, nergens zingen de beide koren tezamen. Alleen
het laatste couplet wijkt enigszins af: dit heeft een eigen melodie die wèl in volle bezetting, dus negenstemmig, gezongen
wordt. Zijn roem dankt het werk aan paus Urbanus VIII die er om de een of andere reden bijzonder op gesteld was.
Hij bepaalde dat - op straffe van excommunicatie - deze compositie niet buiten het Vaticaan bekend mocht worden gemaakt.
Dit wekte de sensatielust op en anderhalve eeuw lang gold dit werk als het summa summarum van de kerkelijke compositiekunst.
Men ondernam speciale Rome-reizen om deze `wondercompositie’ te horen.
Ook Mozart beluisterde het stuk in Rome(1770), dat inmiddels toch ‘uitgelekt’ was en in talloze handschriften illegaal de ronde
deed. Hij had zich daar al een vrij duidelijke voorstelling van het werk gemaakt en voor een jongen van 14, die zelf al tientallen
véél betere werken had geschreven, was het niet moeilijk er op het gehoor er later de notatie van vast te leggen.
